Moeten. Wat een naar woord. En je wilt niet weten hoe vaak ik dit woord hoor.
Bijvoorbeeld: “ik moet nog even wat afmaken; ik moet de was nog doen; het moet, want het hoort
bij mijn werk; het moet, want het wordt van me verwacht; ik moet nodig weer gaan sporten;
ik moet nu eindelijk die vriendin eens bellen”.
En zelfs: (let op, dit is een topper) “ik moet eens leren loslaten”.
Van wie?
En als ik dan vraag van wie het moet, krijg ik 9 van de 10 keer het antwoord dat het van een
ander moet. Als je echter checkt bij die ander of het echt zo is, blijkt dat slechts in de helft van de
gevallen te kloppen. De rest leggen we onszelf dus op. We vullen het in voor de ander.
En daar zit ‘m de crux: het voor een ander invullen.
Test
En daarom wil ik jullie deze week uitdagen het te testen. (nee, niks moet)
Ga eens bij alles wat je moet na of iemand je letterlijk die opdracht heeft gegeven.
Vraag het ook steeds na bij die ander. Ik ben heel benieuwd naar jullie testresultaten.
Oh enneh… nee, het staat niet raar om dingen na te vragen bij een ander (ook dat vul je zelf in)
Veel succes!
Sandra Planjer
PLAN trainingen
Wil je meer handvatten?
Schrijf je nu in voor de workshop De kunst van het Loslaten
Gerelateerde trainingen: